Of we YouTube ook kunnen gebruiken voor het Nationaal Archief? Dat lijkt me wel. Als we toch filmpjes maken om te podcasten, kunnen deze natuurlijk ook op YouTube. Ook kunnen tentoonstellingen worden gefilmd, waar archiefstukken uit het NA worden tentoongesteld. Misschien zou je zelfs filmpjes kunnen maken over bepaalde, bijzondere en minder bijzondere, archiefstukken. Een soort archiefcolleges. YouTube is enorm populair bij jonge mensen, en die willen we natuurlijk graag interesseren voor het archief. Dan heb je er weer voor jaren klanten bij :) Een goede manier om het archief van zijn stoffige imago te bevrijden!
maandag 31 augustus 2009
#16 YouTube
He, gelukkig. Eindelijk weer eens een ding dat ik al ken en regelmatig gebruik. Niet om filmpjes op te zetten, ik heb niet zo'n auditiedrang, maar om van alles te bekijken dat nieuw, grappig of juist allang vergeten is. YouTube kon bij mij echt niet meer stuk toen ik het volgende filmpje tegenkwam. het liedje was ik nooit vergeten, maar van welke serie het nou ook alweer was...
#15 Podcasts
Voor radio heb ik nooit veel geduld gehad. Ik luister graag naar muziek, maar zodra er iemand begint te praten, ben ik er gauw klaar mee. Om die reden heb ik me nooit zo verdiept in podcasts. Ik luister 's morgens vroeg in de tram liever naar een liedje dan naar een uiteenzetting over een onderwerp ongeacht of dat onderwerp me nu interesseert of niet. Van de podcast waar ik me ooit per ongeluk op abonneerde staan ik weet niet hoeveel afleveringen ongeluisterd in mijn ITunes. Terwijl dat toch muziek was.
Deze ontdekkingstocht heeft mijn ogen wel een beetje geopend. Er is duidelijk meer dan saaie speeches en muziekjes waar je niet zo op zit te wachten. Vooral de audiotours van het Rijksmuseum vond ik een erg goede vondst. En podcast kunnen ook bestaan uit beeldmateriaal. Je kunt je gewoon abonneren op hele series. Ik zie problemen: dit gaat tijd kosten.
Hoe we podcasts zouden kunnen toepassen bij het NA kan ik me nog niet zo goed voorstellen. Hoewel we een prachtige collectie hebben, doen we toch niet wekelijks bijzondere vondsten. Ook worden er volgens mij geen lezingen voor publiek gehouden, die je zou kunnen podcasten. Ik denk dat er dan echt iets speciaals voor bedacht zou moeten worden. Misschien kunnen we 'rondleidingen' opnemen? Met elke keer een nieuw thema, een nieuw tijdperk, een speciaal deel van de collectie. Dan kunnen mensen zien wat we allemaal in huis hebben. En je geeft iedereen een kijkje achter de schermen. Veel mensen zijn immers best benieuwd naar hoe het er, achter die glazen schuifdeur, uitziet. Ik denk dat het in ieder geval belangrijk is dat je er iets bijzonders van maakt. Dan trek je ook luie donders als ik zelf misschien wel over de streep.
maandag 24 augustus 2009
#14 Instant Messaging
Instant Messaging is een tool die ik al heel lang gebruik. Bijna net zo lang als ik een e-mail account heb. Niet dat ik één van die mensen ben met een (laag!) ICQ-nummer hoor. Het was altijd MSN.
Hoewel het gebruik van MSN onder mijn vrienden de laatste jaren flink gedaald is, staat ie bij mij meestal thuis nog wel aan. Het is een prettige manier om contact te houden met vrienden die verspreid over de wereld wonen. Of om even bij te kletsen. De drempel ligt net wat lager dan de telefoon pakken. Bovendien kun je makkelijk zien of het de ander uitkomt dat jij even komt buurten (status online, bezet of afwezig).
Bij officiële instellingen ligt de drempel voor het chatten bij mij juist weer wat hoger dan voor bellen. Ik vind het toch een gek idee om te chatten met een totaal onbekende, terwijl ik dat over de telefoon helemaal geen probleem vind. Misschien is dat omdat instant messaging voor mij altijd een persoonlijk communicatiemiddel is geweest en nooit iets zakelijks.
Of chatten een goed communicatiemiddel is voor het NA, weet ik niet zo goed. Het zou een mooie aanvulling kunnen zijn op de dienstverlening, als klanten en medewerkers er ook goed mee omgaan. Niets zo irritant als een langzaam, langs elkaar heen chattend, gesprek. Bovendien is het soms moeilijker om van een chat af te komen dan van een telefoontje. Stel je voor dat mensen, tijdens hun zoektocht op onze site, bij elk nieuw gevonden feitje je op de hoogte willen houden. Dat zullen ze over de telefoon toch niet snel doen. Dat verschil is ook te merken tussen gewone post en e-mail. Klanten sturen toch makkelijker een mailtje dan dat ze een brief sturen. Dat mailtje is vaak minder goed doordacht en daarmee worden de verzoeken weer onoverzichtelijk.
Een bijkomend nadeel is dat de medewerkers met chat hun dag helemaal niet meer kunnen plannen. Ik denk dat een dagje Inlichtingen met brieven, telefoon, e-mail en chat, genoeg zou zijn om mij te laten doordraaien.
Ik ben dus nog niet overtuigd van het nut voor de organisatie. Maar persoonlijk blijf ik het lekker gebruiken!
Hoewel het gebruik van MSN onder mijn vrienden de laatste jaren flink gedaald is, staat ie bij mij meestal thuis nog wel aan. Het is een prettige manier om contact te houden met vrienden die verspreid over de wereld wonen. Of om even bij te kletsen. De drempel ligt net wat lager dan de telefoon pakken. Bovendien kun je makkelijk zien of het de ander uitkomt dat jij even komt buurten (status online, bezet of afwezig).
Bij officiële instellingen ligt de drempel voor het chatten bij mij juist weer wat hoger dan voor bellen. Ik vind het toch een gek idee om te chatten met een totaal onbekende, terwijl ik dat over de telefoon helemaal geen probleem vind. Misschien is dat omdat instant messaging voor mij altijd een persoonlijk communicatiemiddel is geweest en nooit iets zakelijks.
Of chatten een goed communicatiemiddel is voor het NA, weet ik niet zo goed. Het zou een mooie aanvulling kunnen zijn op de dienstverlening, als klanten en medewerkers er ook goed mee omgaan. Niets zo irritant als een langzaam, langs elkaar heen chattend, gesprek. Bovendien is het soms moeilijker om van een chat af te komen dan van een telefoontje. Stel je voor dat mensen, tijdens hun zoektocht op onze site, bij elk nieuw gevonden feitje je op de hoogte willen houden. Dat zullen ze over de telefoon toch niet snel doen. Dat verschil is ook te merken tussen gewone post en e-mail. Klanten sturen toch makkelijker een mailtje dan dat ze een brief sturen. Dat mailtje is vaak minder goed doordacht en daarmee worden de verzoeken weer onoverzichtelijk.
Een bijkomend nadeel is dat de medewerkers met chat hun dag helemaal niet meer kunnen plannen. Ik denk dat een dagje Inlichtingen met brieven, telefoon, e-mail en chat, genoeg zou zijn om mij te laten doordraaien.
Ik ben dus nog niet overtuigd van het nut voor de organisatie. Maar persoonlijk blijf ik het lekker gebruiken!
maandag 17 augustus 2009
#12 de 23-archiefdingen wiki
Nou, dat was reuze simpel. Het was bijna nog moeilijker om een favoriet ding te kiezen (citroenijs stond ook hoog in de ranglijst) dan om de wiki te schrijven.
Nieuwe pagina aanmaken, stukje typen (wel proberen om een beetje objectief/encyclopedisch te blijven) en daar stond het stukje over mijn favoriete festval Noorderzon. Was wel even zoeken met welk knopje je een plaatje kon plakken, maar dat kwam ook in orde. Daarna nog een linkje toegevoegd op de hoofdpagina en klaar was Maartje. Mijn zin in het festival is er nog groter van geworden. Gelukkig mag ik vrijdag. Zet de rosé maar klaar!
zaterdag 15 augustus 2009
#11 Wiki's
Tijdens het bekijken van de archiefwiki's valt het me vooral op dat ze lang niet allemaal even overzichtelijk zijn. Bij de wikipagina van de Cornish Archives kreeg ik niet eens een fatsoenlijke pagina tevoorschijn. Of komt dat omdat je eigenlijk moet inloggen?
Het is lang niet bij alle pagina's in één keer duidelijk hoe je van de hoofdpagina naar de artikelen komt. En wat nu precies het doel is van de pagina. Bij de pagina van de Refugee Archives kom ik er niet eens achter waarover er nu gewikiet (sic?) wordt. Gelukkig zijn er ook archiefwiki's die een wikipedia-achtige structuur houden. Dat is tenminste duidelijk :)
Wat betreft toepassingen voor het Nationaal Archief: het eerste wat in me opkwam was een wiki-site voor de afdeling Inlichtingen. Op dit moment bestaat er al iets dat het 'intranetje' heet, maar dit is niet meer dan een onoverzichtelijke brei van word, pdf en excel bestanden waarin je nooit iets kunt terugvinden. Stel je voor dat we elke beantwoorde vraag konden omzetten in een wiki. Makkelijk terug te vinden, door iedereen aan te passen en doorzoekbaar. Nooit meer dubbel zoekwerk. Ik zie het helemaal zitten.
Blijven we wel nog met een probleempje zitten. Het kost natuurlijk tijd om elke beantwoorde vraag om te zetten in een wiki. En het kost tijd om een dergelijke pagina te onderhouden en te structureren. En hoewel het uiteindelijk veel tijd zal opleveren, is het de vraag of men nu bereid is om de tijd erin te steken. En of je medewerkers kunt overhalen om zich aan wiki's te wagen...
Het is lang niet bij alle pagina's in één keer duidelijk hoe je van de hoofdpagina naar de artikelen komt. En wat nu precies het doel is van de pagina. Bij de pagina van de Refugee Archives kom ik er niet eens achter waarover er nu gewikiet (sic?) wordt. Gelukkig zijn er ook archiefwiki's die een wikipedia-achtige structuur houden. Dat is tenminste duidelijk :)
Wat betreft toepassingen voor het Nationaal Archief: het eerste wat in me opkwam was een wiki-site voor de afdeling Inlichtingen. Op dit moment bestaat er al iets dat het 'intranetje' heet, maar dit is niet meer dan een onoverzichtelijke brei van word, pdf en excel bestanden waarin je nooit iets kunt terugvinden. Stel je voor dat we elke beantwoorde vraag konden omzetten in een wiki. Makkelijk terug te vinden, door iedereen aan te passen en doorzoekbaar. Nooit meer dubbel zoekwerk. Ik zie het helemaal zitten.
Blijven we wel nog met een probleempje zitten. Het kost natuurlijk tijd om elke beantwoorde vraag om te zetten in een wiki. En het kost tijd om een dergelijke pagina te onderhouden en te structureren. En hoewel het uiteindelijk veel tijd zal opleveren, is het de vraag of men nu bereid is om de tijd erin te steken. En of je medewerkers kunt overhalen om zich aan wiki's te wagen...
zondag 9 augustus 2009
#10 Delicious
Ah, bookmarks en favorieten! Daar is mijn internetontwikkeling ooit een beetje blijven steken. Volgens mij heb ik nog nooit uit mijzelf een favoriet aangemaakt in mijn browser. Net zoals we vroeger alle telefoonnummers uit ons hoofd kenden, kan ik rijtjes URLs opdreunen. En zolang de hoeveelheid sites die je bezoekt beperkt is, is dat ook helemaal niet zo erg.
Voor de meer geavanceerde internetgebruiker kan ik mij voorstellen dat het aanmaken van favorieten wel zo handig is. Niets zo irritant als iets niet kunden vinden, terwijl je weet dat het er is. En als je dan die favorieten overal kan raadplegen, ben je nooit meer wat kwijt (zouden we dat niet allemaal willen?)
Maar Delicious is natuurlijk meer dan alleen maar je favorieten online zetten, zodat je ze zelf kunt terugvinden. Je kunt het ook gebruiken om anderen te wijzen op jouw favorieten door tags toe te voegen. Voor mij persoonlijk hoeft dit niet zo. Ik zie eigenlijk nooit een site waarvan ik vind dat iedereen 'm zou moeten zien, en waar ik uitgebreid tags aan zou willen toeoegen. Bovendien vereist dit gebeuren weer het opbouwen van een netwerk. En daar ben ik na Messenger en Hyves eerlijk gezegd wel een beetje klaar mee. Van hoeveel communities wil je deel uitmaken en hoeveel tijd wil je daaraan besteden?
In eerste instantie zag ik het nut voor het Nationaal Archief ook niet zo. We hebben op de site toch al verwijzingen naar nuttige links? Maar toen zag ik de Delicious-pagina van het Vredespaleis en viel het kwartje. Door het toevoegen van die tags, kun je op onderwerp naar relevante sites zoeken. Heel overzichtelijk! Bovendien kun je als organisatie profiteren van tags die anderen hebben toegevoegd. Je hoeft dus niet al het werk zelf te doen en alles blijft makkelijk up to date. Voor mezelf mag ik het dan niks vinden, maar voor het NA lijkt het me bijzonder geschikt. Waar wchten we nog op?
Maar nog even één vraagje. Waar komt die naam Delicious vandaan? Mij leek het meer de naam van een culinair tijdschrift. En dat bleek het ook te zijn....
Labels:
delicious,
favorieten,
social bookmarking,
tags
zondag 2 augustus 2009
#9 Mijn visie op web 2.0
Negen jaar geleden begon ik, in Groningen, aan de studie Communicatie. Het was tijdens één van de eerste lessen dat de definitie van communicatie aan de orde kwam. Hoewel ik deze niet meer kan herhalen zijn er wel een paar woorden blijven hangen: zender, ontvanger en ruis. De zender bracht de boodschap, de ontvanger ontving de boodschap. En als de ontvanger iets anders begreep dan de zender bedoelde, was er ergens ruis.
De rest van de studie bestond vooral uit het voorkomen van ruis: zo goed mogelijk zenden. Daarbij moesten we altijd denken vanuit de kant van de opdrachtgever. Wat wil deze overheid/dit bedrijf overbrengen en hoe doen we dat zo goed mogelijk?
Hoe het er nu aan toe gaat bij de studie weet ik niet, maar de totale eenzijdigheid van wat we toen leerden is nu niet meer vol te houden. De komst van web 2.0 heeft van de ontvangende klant/burger een zender gemaakt. En zij, die altijd alleen maar zonden, zijn nu ook ontvangers geworden.
Als je er even over nadenkt is dit een enorme omslag. Eeuwenlang hebben slechts enkelen bepaald wat de moeite waard was om te communiceren. En nu kan iedereen aanvullen en nieuwe informatie aandragen. Hoe moet je daar als 'oude' zender mee omgaan? Je geeft toch de controle voor een groot deel uit handen.
Dat dat niet iedereen even gemakkelijk afgaat is inmiddels wel duidelijk. Kranten, toch ook een medium met van oudsher veel 'zendmacht', geven lezers allang de ruimte om hun mening te ventileren. Overheden hebben daar veel meer moeite mee. Sites van gemeenten en andere overheidsinstellingen zijn vaak nog heel eenzijdig. De site van de gemeente Den Haag bijvoorbeeld biedt zeeën van informatie over de stad. Maar je kunt nergens aangeven dat de tijden voor vrij zwemmen van de gemeentelijke zwembaden of de openingstijden van het gemeentelijke loket je niet zo goed uitkomen. Terwijl dat misschien voor de meeste stadsbewoners wél zo is. Ook kun je niets aanvullen bij de historische stukken over de stad. Terwijl veel rashagenezen en hagenaren de mooiste verhalen zullen hebben over de gebouwen en wijken die worden besproken. Op die manier onthoudt je als gemeente jezelf en anderen relevante informatie.
Dit is naar mijn mening dan ook de kern van web 2.0. Dat we met z'n allen zoveel mogelijk profiteren van onze gemeenschappelijke kennis. Niet alleen van de kennis van de oude zender.
Nadeel daarbij is dat, met het veranderen van de verhouding zender-ontvanger, de ruis steeds groter is geworden. Als iedereen maar mag plaatsen, aanvullen en wijzigen, hoe weet je dan nog dat je de juiste informatie binnenhaalt? En hoe weet je de leukste en interessantste informatie te vinden in de overload van het internet?
Nu, hoe is web 2.0 toe te passen voor het Nationaal Archief? De mogelijkheden zijn eindeloos. We kunnen bloggen over nieuwe aanwinsten, tentoonstellingen en ander archiefnieuws. We kunnen de ruimte bieden aan klanten om te bloggen over hun persoonlijke onderzoek. We kunnen, zoals nu al gebeurd, al ons gedigitaliseerde beeldmateriaal op sites als Flickr zetten zodat anderen ons informatie erover kunnen verschaffen. En dat kan ook met ander gedigitaliseerd archief. Bijvoorbeeld met alles dat onze klanten nu al fotograferen op onze studiezaal en alles wat we zelf al digitaal beschikbaar hebben. De mashups geven oneindig veel leuke toepassingen om mensen te interesseren voor ons werk. Hetzelfde geldt voor Twitter, waar de Schaghenbrief nu toch al wat aandacht weet te trekken. Met RSS feeds kunnen we iedereen op de hoogte houden van die onderwerpen die hén interesseren. We kunnen onszelf abonneren op alles wat er over ons en over dat wat voor ons belang is geschreven wordt. En we kunnen RSS feeds op onze eigen site plaatsen. Zo krijgen mensen die niet dagelijks op Flickr komen, maar wel op onze site, ook toegang tot al het moois dat daar te zien is.
Door niet alleen onze eigen kennis uit te dragen, maar ook die van anderen toe te laten, vergroten we onze service enorm. En dat hoeft niet te betekenen dat we alle controle uit handen geven. Juist door zelf dit soort initiatieven te tonen, in plaats van het aan anderen over te laten, kun je beter in de gaten houden wat we allemaal gepubliceerd wordt, daarop reageren en er voor zorgen dat anderen deze publicaties kunnen vinden. Dit is de enige manier om de ruis wat te beperken.
Abonneren op:
Posts (Atom)